Met het aantreden van de heer Jansen werd de jonge vereniging goed op poten gezet. Na enkele jaren van onstuimige groei werd het tijd voor professionalisering. De heer Polak kreeg nog een sneer in het jaarverslag, want kennelijk had hij de boel verwaarloosd.
Eind 1934 worden nieuwe statuten vastgesteld en koninklijke goedkeuring aangevraagd.
Het uitlenen van films blijkt problematisch. Aangezien film duur was en het maken van kopieën zeker zo duur, had de maker alleen een origineel, dat hij om begrijpelijke redenen niet graag uitleende. Er werd wel een administratie bijgehouden van de films, maar de originelen bleven bij de makers.
Er is helaas niets bewaard gebleven van deze films, want ze gingen in de oorlog allemaal verloren.